Afdichten van slurries Afdichten van wand- en vloeroppervlakken Servoflex DMS 1K Plus SuperTec

Waterdicht makende slurry Waterdicht maken van wand- en vloeroppervlakken

BESCHRIJVING

Cementgebonden, flexibele afdichtingsspecie voor het waterdicht maken van wand- en vloeroppervlakken tegen oppervlakte- en drukwater. Dankzij de geringe laagdikte biedt Servoflex DMS 1K Plus SuperTec constructieve voordelen en is het geschikt voor waterdichting in verband (AIV) onder natuursteen en keramische bekledingen op nieuwe en oude gebouwen, binnen en buiten, op wand- en vloeroppervlakken. Door zijn eigenschappen vormt Servoflex DMS 1K Plus SuperTec een dunne ontkoppeling en is spanningsarm.

Servoflex DMS 1K Plus SuperTec kan in de volgende toepassingsgebieden worden gebruikt:

Wand- en vloeroppervlakken volgens DIN 18534 (waterdicht maken van interieurs) in de waterimpactklassen W0-I tot W3-I (zonder chemische impact)
Vloeroppervlakken volgens DIN 18531 Deel 5 (waterdicht maken van balkons, loggia's en arcades)
Wand- en vloeroppervlakken volgens DIN 18535 (waterdichting van tanks en bassins Deel 5 (waterdichting met vloeibare waterdichtingsmaterialen in combinatie met tegels en platen AIV-F)
Geschikte ondergronden, afhankelijk van de vochtblootstellingsklassen of waterbelastingklassen, zijn bijv. pleisters van mortelgroepen II + III (DIN 18550 deel 1+2), beton (DIN 1045), bouwplaten van cellenbeton (DIN 4166), bouwplaten van spouwmuren van lichtbeton (DIN 18148) of cement-, mastiekasfalt- en calciumsulfaat-dekvloeren (DIN 18560).

Servoflex DMS 1K Plus SuperTec voldoet aan de eisen van de bulletins van het Fachverband Fliesen und Naturstein "Abdichtung im Verbund (AIV)" en "Schwimmbadbau". Deze instructies en de richtlijn "Aanwijzingen voor de planning en uitvoering van afvoeren en goten in combinatie met waterdichting (AIV)" moeten in acht worden genomen.

In productcombinatie met de vermelde kleefmortels is een "Algemeen bouwtoezicht testcertificaat" beschikbaar.

De volgende dunbedmortels zijn opgenomen in het testcertificaat:
Servofix KM-F Plus / ServoStar® 2000 / Servoflex-Trio-SuperTec
Servoflex-Trio-schnell SuperTec / Okapox royal / Servolight S2 SuperTec
Servolight S1 SuperTec / Servoflex K-Plus SuperTec / ServoStar® 1500
ServoStar® 3000 + Okamul DZ 18 / Servoflex 4 royal / ServoStar® 5000

VOORBEREIDING VAN HET SUBSTRAAT

De droge en/of vochtige ondergrond moet schoon, draagkrachtig, fijnporig en grotendeels egaal van oppervlak zijn. Oppervlakken indien nodig stralen of vlak maken. Verwijder gaten, nesten of scheuren in een aparte werkstap, bijvoorbeeld met Servocret RS. Kleine depressies kunnen ook behandeld worden dankzij de hoge stabiliteit.

Absorberende ondergronden binnen, buiten en onder water voorstrijken met Okatmos® UG 30 of Okatmos® DSG.

Betonnen ondergronden onder water moeten mechanisch opgeruwd worden om de hechting te verbeteren, bijv. door zandstralen.

Oude, dragende, scheur- en uitbloeivrije tegelbekledingen binnen en buiten (oude bekledingen buiten alleen op horizontale vlakken) voorstrijken met Okatmos® UG 30 of Okatmos® DSG en opnieuw coaten met Servoflex DMS 1K Plus SuperTec.

Onder decoratieve oppervlakken zoals ServoArt®, kwastpleisters of verf Servoflex DMS 1K Plus SuperTec voorstrijken met Okatmos® UG 30 onverdund en volledig laten drogen.

VERWERKING

Servoflex DMS 1K Plus SuperTec mengen met schoon water tot klontvrij. Na ongeveer 5 minuten rijpingstijd nogmaals doorroeren. Breng de afdichtingsspecie aan op het oppervlak met het water mee.
In gebieden die door de bouwautoriteiten worden gereguleerd en in gebieden die niet door de bouwautoriteiten worden gereguleerd, zijn ten minste twee werkcycli vereist. Breng bijvoorbeeld de eerste en tweede laag aan met een kamspaan van 6 mm. Strijk vervolgens telkens de banen glad.

Om scheurvorming in het hoekgebied te voorkomen, verwerk je de afdichtingsband (Basic) of afdichtingshoek (Basic) binnen/buiten voor het afdichten van leidingdoorgangen en vloerafvoer de afdichtingsmanchet "Wand" en "Vloer" in de eerste nog verse laag en dek je deze volledig af met de tweede laag.
Naden van afdichtband moeten elkaar minstens 5 cm overlappen. Voor W0-I tot W2-I is een kleinere flensbreedte van ≥ 30 mm toegestaan als de fabrikant van de vloerafvoer en de afdichtingsmanchet met systeemgerelateerde afdichtingsmaterialen (alleen CM en RM) het bewijs levert, anders ≥ 50 mm. Voor W3-I zijn flensbreedtes van ≥ 50 mm vereist, ook groter bij grotere schokken.

Met Servoflex DMS 1K Plus SuperTec kunnen wand- en vloeroppervlakken van zwembaden worden afgedicht. De Kiesel afdichtingstapes, afdichtingskragen evenals binnenhoeken en buitenhoeken worden verlijmd met de snelhardende, flexibele, 1-component afdichtingsspecie Servoflex DMS 1K-schnell SuperTec . De vulhoogte mag niet meer zijn dan 4,0 m. Bij vulhoogten van bassins tot 10,0 m moeten de afdichtbanden, afdichtkragen en de binnen- en buitenhoeken inclusief de voegen worden verlijmd met Okapox GF-M . In verse toestand moet het oppervlak worden ingestrooid met vuurgedroogd kwartszand met een korrelgrootte van 0,3-0,8 mm om een hechtbrug te verkrijgen. Gebruik bij voorkeur alleen vloerafvoersystemen met vaste en losse flenzen. In dit geval wordt de eerste laag aangebracht met bijvoorbeeld een 4 mm kamspaan, de tweede en derde laag met een 6 mm kamspaan. Strijk vervolgens de banen glad. Controleer de vereiste natte laagdikte via het verbruik of bijvoorbeeld met een meetkam volgens DIN 18195 blad 2.

Breng Servoflex DMS 1K Plus SuperTec in kwastbare consistentie aan op de vaste flens en plak op Afdichtingsmanchet "Floor" . Gebruik op geschikte gladde kunststof of metalen ondergronden bijv. Okapox GF-M of Oka DK .

Afdichtband Basic en Binnen/buitenhoeken Basic zijn niet goedgekeurd voor gebruik onder water.

VERBRUIK

Verbruik voor gladde ondergronden

 * Een laagdiktetoeslag moet rekening houden met de omstandigheden van de ondergrond (ruw/poreus) en variaties door verwerking. Een laagdiktetoeslag van minimaal 25% moet de vereiste minimale droge laagdikte garanderen.

TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN